Toelichting Schildersmemory - Schildersvakopleiding

Gereedschappen

Poetsdoek, stoffer en stopmes. Dit heeft iedere schilder bij zich.
Een doek om geknoeide verf op te deppen, een stoffer om stof te verwijderen en een stopmes om te stoppen en om te krabben.


Hoe kan je het stopmes gebruiken?
Verfspuit. Met spuitapparatuur kan je verf op een andere en snellere manier aanbrengen. Grote oppervlakken zoals muren, betonnen constructies en grote metalen oppervlakken kunnen daardoor sneller en beter worden beschermd.

Weet jij waarmee je een verfspuit kan vergelijken?
Zuignap. Met dit stuk gereedschap kan je als glaszetter of schilder zware ramen makkelijker en veiliger tillen. De zuignap zuigt vacuüm en dan kan je het raam optillen en verplaatsen. Dat kan met de handen of met elektrische machines.

Tot hoe zwaar denk jij dat de zuignap kan tillen?
Schuurmaterialen. Het goed schuren van de ondergronden is heel belangrijk. Het wordt mooi glad en de verf hecht dan beter (de verf plakt dan beter op het oppervlak). Schuren kan je met verschillende materialen.

Wat zie je op de foto en wat valt je op?

Behangersgereedschap. In deze kist zit behangersgereedschap: een scherpmes, een slaglint, slagmes en een schietlood.

Maar wat is het en waar gebruik je het voor? Probeer het eens te googlen.
Kwasten. Deze ken je natuurlijk: kwasten om mee te schilderen. Maar ze zien er wel anders uit als op school toch? Deze kwasten zijn zo gemaakt dat ze veel verf kunnen opnemen en dat je er mooi strak mee kan schilderen.

Wil jij het ook eens proberen?

Beroepen

Glaszetter. De glaszetter is de specialist voor het plaatsen van glas in huizen of kantoren. Glas om de warmte binnen te houden, maar ook bijvoorbeeld glazen wanden in de badkamer.

Hoeveel glas zit er in jouw huis?
Restauratieschilder. Deze schilder voert onderhoud uit bij hele oude gebouwen. Een heel speciaal vak met hele oude technieken. Denk aan kerken, monumenten of stadspoorten.

Kan jij nog meer oude gebouwen noemen?
Schilder. De schilder voert diverse werkzaamheden uit aan huizen, flatgebouwen, scholen, ziekenhuizen, enz. Alles wat onderhoud nodig heeft, daar is de schilder nodig. Een heel divers vak. En ook duurzaam. Door onderhoud gaan gebouwen langer mee.


Wat gebeurt er als gebouwen niet onderhouden worden?
Schilder als kleuradviseur. De schilder geeft natuurlijk ook kleuradviezen aan klanten. Op basis van de vorm van het huis, het licht in een ruimte, de meubels en de wensen van de klant pas jij je advies aan.

Welke kleur vind jij het allermooist om te gebruiken? En welke kleur is echt heel lelijk?
Spuiter. De spuiter is een schilder die de meeste werkzaamheden uitvoert in de spuiterij van een schildersbedrijf. Dat wordt gedaan met de verfspuit.

Welke objecten kan je beter spuiten dan schilderen?
Behangspecialist. Behangen is heel precies werk. Je moet heel netjes kunnen werken. Behang is dun en kan makkelijk vouwen of scheuren en dat is natuurlijk niet mooi. Denk aan leuke patroontjes, kleurtjes of heel groot fotobehang.

Wat zou jij op iemands muur willen behangen?

Klimmaterialen

Hoogwerker. Met een hoogwerker kan de schilder op moeilijk bereikbare en hoge plaatsen komen. Zoals de onderkant van een brug, het topje van een kerk of moskee of een hoog gebouw midden in de stad.


Hoe hoog durf jij te gaan?
Steiger. Voor het schilderen en onderhouden van grote gebouwen met veel ramen en deuren gebruikt men vaak een steiger. Het werken wordt hierdoor heel makkelijk en heel veilig.


Wist je dat het opzetten van een steiger een vak apart is?
Rope access. Dit is werk voor stoere bijna-superhelden! Onderhouden van grote constructies zoals windmolens en booreilanden doe je als een soort bergbeklimmer.

Ben jij een beetje een durfal?
Ladder. Als je iets hoger werkt, is een ladder superhandig. De ladder wordt wel steeds vaker vervangen door veiligere materialen. Want je wil natuurlijk niet naar beneden vallen.

Waar moet je op letten als je op de ladder staat?
Veiligheidsmaterialen. Veilig werken op hoogte is heel belangrijk. Deze middelen zorgen ervoor dat je goed vast zit en niet kan vallen. Net als bij een achtbaan of kabelbaan.

Hoe check je of je goed vast zit?
Schilderstrapje. Voor als je er net niet bij kan of de ladder te hoog is en een hoogwerker of steiger overbodig is.

Kan jij een situatie noemen waar een klein trapje heel erg handig is?

Soorten werken

Gebouwen van glas. Hier hebben de glaszetters veel werk te doen. Je ziet het steeds vaker bij kantoorpanden, maar ook in mooie villa’s.

Weet je dat glas een belangrijke rol speelt bij duurzaamheid?
Schilderen van infrastructurele werken, zoals bruggen. Heel belangrijk werk. Als de bruggen niet goed worden beschermd, gaan ze stuk.

Welke objecten die buiten staan, kan je nog meer noemen?
Nieuwbouw. Ook nieuwe huizen moeten geschilderd worden. Dan worden ze lang beschermd voor regen en wind. En de binnenkant wordt ‘woonklaar’ gemaakt.

Hoeveel nieuwe huizen denk jij dat er elk jaar gebouwd worden?
Monumenten. Huizen die al meer dan 100 jaar oud zijn. Jij herstelt de geschiedenis en zorgt ervoor dat deze huizen weer jaren lang mee kunnen.


Ken jij bij jou in de buurt ook huizen die heel oud zijn?
Culturele gebouwen. Lekker uit eten, naar de film, een museum of het theater. Gebouwen waar je naar toe kan met familie en vrienden zien er vaak bijzonder uit. En worden mooi gehouden door de schilder.

Let de volgende keer eens goed op wat er allemaal in zo’n gebouw is geschilderd.
Flatgebouwen. In sommige gebouwen wonen veel mensen samen. Dus ook veel verschillende wensen. Hoe gaat een schilder daar mee om.

Houd jij rekening met alle verschillende wensen of houd je de kleuren gelijk. Anders wordt het een rommeltje toch?